
Traditionele tekstinvoer
geeft de traditionele tekstinvoer
aan.
en
geven aan of er kleine
letters of hoofdletters worden gebruikt.
geeft aan dat de eerste letter van de
zin met een hoofdletter en de andere
letters automatisch met kleine letters
geschreven worden.
geeft de
cijfermodus aan.
Als u tekst met het toetsenblok wilt
invoeren, druk u herhaaldelijk op een
cijfertoets, 2-9, totdat het gewenste
letterteken wordt weergegeven. Er zijn
meer tekens beschikbaar voor een
cijfertoets dan er op de toets afgedrukt
zijn. Als de volgende letter op dezelfde
toets staat als de huidige toets, moet u
even wachten totdat de cursor weer in
beeld staat. Voer daarna de letter in.
Als u een cijfer wilt invoegen, houdt u de
cijfertoets ingedrukt.
Als u wilt wisselen tussen kleine letters en
hoofdletters en verschillende modi, drukt
u op #.
Als u een teken wilt wissen, drukt u op de
wistoets. Houd de wistoets ingedrukt om
meer dan één teken te wissen.
Voor het invoeren van de meest
gebruikelijke leestekens, drukt u
herhaaldelijk op 1 totdat het gewenste
leesteken wordt weergegeven.
Houd * ingedrukt om speciale tekens toe
te voegen.
Tekst invoeren 29
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.

Druk op 0 om een spatie in te voegen. Druk
driemaal op 0 om een witregel in te
voegen.